Gerard Marinus Verkerke (1952)

Het rigoureus veranderen van mijn beelden was vanaf het begin geen uitzondering in mijn werk als beelden kunstenaar.
Mijn beelden waren materialisaties van mijn verblijf in wat in toen noemde; de parallelle werkelijkheid.
Ik vocht een conflict uit met archetypische figuren, zoals de Dominante vader, de Sexy Bitch en de vrouw als Muze.
Door het verbranden van die beelden ontstonden as en beeldresten.
Deze werden de onderdelen voor een nieuw werk namelijk de Burnbox.

Metalen constructies, frameonderdelen en motorcomponenten zijn veelvuldig in het werk aanwezig.
Bont, hout en organische structuren van siliconenkit geven mijn beelden hun eigen gezicht.

Begin 2003 maakte ik kennis met een aantal monniken in het klooster van Chevetogne en de Byzantijnse Rite die daar dagelijks plaatsvindt. Hierdoor geïnspireerd kreeg veel van mijn werk een religieuze inhoud.
De Poustinia op de Bunder is daarvan een goed voorbeeld.

Toen ik begon te werken als beeldend kunstenaar ben ik vrijwel meteen begonnen met het nummeren van mijn werk.
Het apparaat waarmee ik de nummers aanbreng is gaan functioneren als een leidraad.
De numeroteur gaat tot 999999. Als dit getal is bereikt is mijn werk voltooid.